Dynamische oordeelsvorming als waardevol instrument bij mediation

Hoe weet je als mediator of alle relevante informatie écht besproken is? En of je de betrokkenen naar een optimale besluitvorming begeleid hebt? Dynamische oordeelsvorming geeft inzicht en helpt om extra dimensies in het conflict te verkennen en partijen uit de impasse te helpen.

Mediation is een vorm van oordeelsvorming, partijen zitten samen in mediation om tot een besluit te komen. Uit het onderzoek van Lex Bos, grondlegger van dynamische oordeelsvorming, is gebleken dat elk oordeelsvormingsproces voorafgaand aan besluitvorming op een volstrekt eigen wijze vijf velden doorloopt.1 Bos toonde aan dat dit proces niet lineair is, maar dynamisch. Het wordt gestuurd door een onderliggende behoefte, zorg of vraag. Deze velden zet Bos uiteen in feiten, begrippen, gevoelens, doelen en middelen.

Een casus
Twee collega’s van een onderwijsinstelling krijgen een relatie, het stel gaat op termijn samenwonen. Na drie jaar gaat de relatie uit. Er is frictie en hun collega’s hebben last van de vijandige sfeer tussen beiden. De directie stelt mediation voor. Stel dat tijdens de mediation het volgende wordt gezegd: Meta: ‘Ik voel me bedonderd. Hij gaat vreemd, is niet te vertrouwen. Hoe kan ik hem als collega vertrouwen?’ In termen van dynamische oordeelsvorming valt deze opmerking in het gevoelens- en het begrippenveld. Paul: ‘Ik wil gewoon dat we het privédeel achter ons laten en als collega’s verder gaan zoals we ooit begonnen zijn.’ Paul communiceert in het feiten- en middelenveld.

Figuur DO

 

Vijf velden
De mediator die dynamische oordeelsvorming als instrument inzet zal, naast de inhoud, de voorkeursvelden van de partijen herkennen en de kwestie proberen te de-escaleren door te zorgen dat alle vijf de velden aan bod komen in de mediation. De mediator zou vervolgens de volgende vragen aan beiden kunnen stellen:
− feitenveld: Hoe is de relatie ontstaan? Hoe gingen jullie aanvankelijk om met werk- en privézaken?
− gevoelensveld: Hoe voelt het om samen tegenover elkaar te zitten?
− begrippenveld: Hoe verklaar jij de situatie nu?
− doelenveld: Wat wil je nu als eerste bereiken?
− middelenveld: Wat betekent dat voor de eventueel te nemen stappen?

Chaos en dynamiek
De volgorde van de velden wordt bepaald door de partijen zelf. Dit wordt vaak door de mediator als chaotisch ervaren. In zijn proefschrift constateert Bos dat de dagelijkse praktijk van besluitvorming niet wijst in de richting van een vaste stappenvolgorde en dat het niet wenselijk is om hiernaar te streven. Als wij het klassieke BOBmodel als voorbeeld nemen, wordt verondersteld dat besluitvorming lineair verloopt: van beeldvorming naar oordeelsvorming om te eindigen bij de besluitvorming. Bos is van mening dat door de vijf velden te erkennen en de dynamiek onderdeel van het proces te laten zijn, men tot helderheid en juiste besluiten kan komen. Hij stelt ook dat elk besluit een momentopname is, genomen in de context van dát moment; op een later tijdstip zou dat er weer anders uit kunnen zien. Oordeelsvorming gaat dus niet om een volgordelijk proces maar om een proces dat zich vormt uit een steeds weer terugkerende, heen en weer gaande beweging tussen twee polen. Een volwaardig, zorgvuldig oordeelsvormingsproces vraagt om een ritmische beweging. Voorlopig is de hoeveelheid aan meningen, feiten, wensen en gevoelens zichtbaar en met dynamische oordeelsvorming heeft de mediator een procesbril en sturingsinstrument in handen.

Wetmatigheden en patronen
Wanneer een mediator goed bekend is met dynamische oordeelsvorming, zal hij of zij zich bewust worden van ritmes en patronen. De mediator heeft naast intuïtie en kennis een instrument dat wetmatigheden aangeeft. Als de wetmatigheden en patronen herkend worden kan de mediator ingrijpen en sturen.

In het eerdergenoemde voorbeeld is dat als volgt te herkennen. Paul: ‘De relatie is voorbij, en ja, ik heb een ander. De liefde is bekoeld. Wij zijn collega’s, laten we ons daar vooral naar gedragen. Laten we gewoon weer aan het werk gaan.’ Paul communiceert hier vanuit het feiten- naar het middelenveld. Met dynamische oordeelsvorming als instrument, kan de mediator vragen stellen uit bijvoorbeeld het doelenveld. Door in de generieke velden te blijven is het niet mogelijk tot een nieuw perspectief te komen. De mediator zou kunnen vervolgen met het volgende:
− doelenveld: ‘Hoe zouden Meta en jij je volgens jou wel moeten gedragen?’
− gevoelensveld: ‘Wat doet het met je dat je niet ‘gewoon’ aan het werk kan?’

Stel dat Meta zich herhaaldelijk uitspreekt in het feiten- en gevoelensveld. Dan komt een partij als het ware niet uit de dynamiek van de twee velden. Bos noemt dit de oude-koeienuit- de-sloot-halendynamiek. De mediator zou dan kunnen vragen: ‘Meta, wat zou er volgens jou nog gezegd moeten worden? Wat zou je nog willen horen?’ De mediator doet er dan goed aan om stil te staan bij het gevoel. Als het gevoel gehoord is kan men uit de dynamiek stappen en een ander perspectief aannemen. Doet men dat niet, dan blijft de oude-koeien-uit-de-sloot-halendynamiek zich herhalen tot grote ergernis van de andere partij.

Zelfreflectie
De mediator kan gesprekken begeleiden met dynamische oordeelsvorming, maar kan het instrument ook zelf gebruiken om na te gaan of er sprake is van een eigen voorkeursveld van vragen stellen, waardoor de neiging kan bestaan velden over te slaan en zelf té veel in één veld te blijven hangen. Na een interne analyse met dynamische oordeelsvorming kunnen de overige velden geïntroduceerd worden.

Elk model lijkt een versimpeling van de werkelijkheid. In de dynamiek van confl icterende partijen levert het je niettemin een bril op voor het proces en biedt het je een kapstok om te interveniëren en de dynamiek terug te brengen in vastzittende situaties. Dit vraagt om oefening, zelfrefl ectie en eerlijke feedback van collega’s in bijvoorbeeld opleidings- en intervisiegroepen. Door deze feedback krijg je als mediator zicht op je eigen geliefde communicatiepatronen en ben je vrij om andere velden van het model dynamische oordeelsvorming in te zetten.

De polen in de ken- en keuzeweg
Als mediator is het dus goed je bewust te zijn van de verschillende polariteiten in het proces van oordeelsvorming. Dynamische oordeelsvorming helpt je om de dynamiek te zien van het gespreksproces:

− Polariteit tussen verleden en toekomst met het hier en nu in het midden. Blijft het gesprek als maar in het verleden vastzitten, het eindeloos ophalen van voorbeelden, dan is er blijkbaar onvoldoende recht gedaan, erkenning gevoeld in het heden om door te kunnen naar de toekomst. Soms is er in het proces zo’n prachtig moment dat deelnemers tegen elkaar zeggen: wat een gedoe hè, zullen we hiermee ophouden en weer vooruitkijken? Dat is de klassieke omslag in de draai- en categorisatiefase.
− De polariteit tussen feiten en begrippen met het inzicht als middenkwaliteit. Paul draait net zijn hoofd weg als Meta langskomt (waarneming in het feitenveld) en de duiding ervan: ‘Hij gaat mij uit de weg en neemt mij niet serieus’ versus ‘Ze zit me in de gaten te houden, effe geen zin in’ (aannames in het begrippenveld). Dezelfde waarneming wordt anders uitgelegd; hoe kom je tot een gezamenlijk inzicht in de situatie? Kun je loskomen uit je aannames of zie je in elke waarneming een nieuwe bevestiging van die aannames?
− De polariteit tussen doelen en middelen met de keuze als middenkwaliteit. De goede balans tussen deze twee geeft een zoeken naar optimale oplossingen en concrete stap- Als mediator is het goed je bewust te zijn van de verschillende polariteiten in het proces van oordeelsvorming pen (middelenveld) in het licht van en rekening houdend met de belangen die uitgesproken zijn (doelenveld). ‘Je moet gewoon normaal doen op de werkvloer’ is bijvoorbeeld een gefixeerde oplossing (middelenveld) dat de ander ervoor moet zorgen dat het opgelost wordt. De goede dynamiek en in het gesprek steeds weer afstemmen van de polen (doelen en middelen) leidt tot creatieve oplossingen waar beide deelnemers ja op kunnen zeggen.

Karakteristiek aan polariteiten is dat de ene pool de andere nodig heeft om te kunnen bestaan en dat deze elkaar daardoor ook oproepen. Zo kun je in het model dynamische oordeelsvorming op de kenweg ervaren dat hoe langer je denkend actief bent in het begrippenveld, des te sterker de behoefte ontstaat je gedachten te verbinden met waarnemingen uit het feitenveld, en omgekeerd.
Op de keuzeweg kun je ervaren dat hoe eenzijdiger je je richt op de middelen en het mogelijke handelen in het middelenveld, des te sterker je behoefte wordt om deze te betrekken op de doelen in het doelenveld, en omgekeerd.
Dit geldt ook voor de beweging tussen kenweg en keuzeweg. Begeef je je wat langere tijd op de kenweg, dan ontstaat van hieruit vanzelf de behoefte om ook de keuzeweg weer te verkennen.

Ook in groepen manifesteert zich deze bewegingsdynamiek tussen de polen heel duidelijk. Houdt een groep zich in zijn oordeelsvormingsproces intensief bezig met de kenweg, dan zijn er altijd wel een paar ondernemende groepsleden die vragen gaan stellen of opmerkingen maken op de keuzeweg: ‘Maar als dat klopt, dan kunnen we toch dat en dat gaan doen?!’ Bij dergelijke eenzijdigheden voel je als het ware al de aantrekkingskracht van de andere pool.
Deze verschijnselen wijzen erop dat het in oordeelsvorming niet gaat om een volgordelijk proces maar om een proces dat zich vormt uit een steeds weer terugkerende, heen en weer gaande beweging tussen twee polen. De middenkwaliteit van het voelen is in dit proces steeds de graadmeter hoe de deelnemers zich verhouden tot de vorderingen en het resultaat.

Toepassing in de praktijk
Hoe is dynamische oordeelsvorming toe te passen? De mediator kan het model in gedachte nemen tijdens de mediation. Je kan het model ook afgedrukt op tafel leggen en uitleggen wat er opvallend is in de communicatie bezien vanuit dynamische oordeelsvorming.
Het model is veelzijdig in de toepassing. Naast mediation wordt het model in intervisie-bijeenkomsten, organisatie- en teamontwikkeling en leiderschapstrainingen gebruikt. De gemene deler is dat degene die faciliteert zich niet met de inhoud bemoeit. De focus ligt volledig op het proces. De bevraagde wordt beter bediend, omdat er geen onbedoelde ruis wordt gecreëerd. De aanname is wel dat de bevraagde voldoende expert is over de eigen inhoud.
Het model wordt ook ingezet daar waar besluitvorming grote gevolgen heeft voor anderen, bijvoorbeeld bij directiebesluiten, advies van toezichthouders en raden van bestuur. Ook in individuele coaching en teamontwikkeling werkt het model inzichtelijk. De interventie heeft een fundament, waarvan Bos zegt dat het model een weergave is van een volledig waarnemend, denkend, voelend, willend en handelend mens.

Sommige trainers en coaches in dynamische oordeelsvorming werken met een grondzeil waarop het model levensgroot is afgedrukt. Iemand brengt een vraag in en staat in het midden. De vraagsteller loopt al vraag stellend door de velden. Hierdoor ervaren beiden de dynamiek van het proces.

Dynamische oordeelsvorming is een waardevol kompas en een aanvulling op de diverse interventies zoals het spiegelen, parafraseren en samenvatten. Deelnemers genereren wezenlijke inzichten en de mediator kan zich zo behoeden voor ruis.

Door Leonarda Telling
Leonarda is oprichter en eigenaar van School voor Mediation, mediator en teambegeleider. 

Meer lezen?
dialoog.net/dynamischeoordeelsvorming.
Martin van den Broek e.a , Praktijkboek Dynamische oordeelsvorming, Zeist: Christofoor 2014.
Marjolein Thiebout e.a., Groepsmediation, Den Haag: Sdu 2015.

Noot
1. Lex Bos, Oordeelsvorming in groepen, polariteit en ritme als sleutel tot ontwikkeling van sociale organismen (proefschrift), Wageningen 1974.

U gebruikt een verouderde browser van Internet Explorer die niet meer wordt ondersteund. Voor optimale prestaties raden wij u aan om een nieuwere browser te downloaden. Hiervoor verwijzen wij u door naar:

browsehappy.com sluiten