Recente uitspraken Arbeidsrecht
Hoera we bestaan 15 jaar! En wie jarig is trakteert. Om dat samen met jou te vieren hebben we maar liefst 2! feestelijke workshops gepland. Een van die workshops is op 26 november de workshop Arbeidsrecht. Tegen feestelijke korting bieden we je deze aan. Noteer het alvast in je agenda. Hieronder als voorproefje een aantal recente uitspraken. Save the Date!
Vakantie en ziekte
ECLI:NL:PHR:2023:494. Zeer verkorte casus: Werknemer vraagt verlof om maanden later op vakantie te mogen. Dat verlof wordt goedgekeurd. Werknemer meldt zich daarna ziek. In deze casus hangt de ziekmelding samen met een gerezen arbeidsconflict. De arbeidsongeschiktheid duurt voort. Werknemer meldt aan de bedrijfsarts dat hij met vakantie gaat. De bedrijfsarts geeft werkgever (via een FML -functionele mogelijkhedenlijst) aan dat werknemer vooralsnog niet inzetbaar is voor arbeid en dat evaluatie en vervolgadvies volgt na de vakantie van werknemer. Werknemer belt met zijn leidinggevende en vraagt of deze ervan op de hoogte is dat hij op vakantie gaat. De leidinggevende heeft daarop bevestigend geantwoord. Werknemer gaat 29 dagen op vakantie. Werkgever schrijft deze dagen af van het vakantietegoed van werknemer. Werknemer vordert de afboeking van de vakantiedagen ongedaan te maken en (in dit geval) deze dagen alsnog uit te betalen. Werknemer stelt dat hij niet heeft ingestemd met de afboeking van deze vakantiedagen.
Werkgever kan een zieke Werknemer in principe geen toestemming voor vakantie onthouden. Dit is anders als er reden is om aan te nemen dat de vakantie het herstelproces kan vertragen. Het is dus raadzaam om in alle gevallen eerst met de bedrijfsarts af te stemmen en vervolgens de instemming voor de verrekening aan de zieke Werknemer te vragen. Of dat de Werknemer nu wel/geen re-integratieverplichting heeft. Doe dit vóórdat de vakantie ingaat omdat men dan over het algemeen nog tot afspraken komt. Als de vakantie eenmaal is genoten, dan zal instemming tot verrekening moeilijker (of niet) te verkrijgen zijn.
Gezonde lunch vergoed?
Het geschil
De discussie betreft een geschil tussen een werkgever (hierna: belanghebbende) en de Belastingdienst over de vraag of de gratis verstrekte gezonde lunchmaaltijden aan werknemers onder de gerichte vrijstelling van artikel 8.4a van de Uitvoeringsregeling Loonbelasting 2011 (URLB 2011) vallen. Deze zaak is behandeld door het Gerechtshof Den Haag, en uiteindelijk door de Hoge Raad op 24 mei 2024 (ECLI:NL:HR:2024:745). Het Gerechtshof was van mening dat de lunch niet belastingvrij kon worden verstrekt, de Hoge Raad dacht hier anders over.
Is de verstrekking van de gezonde lunchmaaltijden door belanghebbende aan te merken als een arbovoorziening die rechtstreeks voortvloeit uit het arbeidsomstandighedenbeleid en daarmee vrijgesteld van loonheffingen?
Uitspraak Gerechtshof Den Haag inzake gezonde lunch en werkkostenregeling
Het Hof oordeelde dat de verstrekking van de lunchmaaltijden niet onder de gerichte vrijstelling van artikel 8.4a, lid 1, van de URLB 2011 valt, omdat deze verstrekking slechts in algemene zin het welzijn en de gezondheid van werknemers bevordert, en niet specifiek verband houdt met de veiligheid en gezondheid van werknemers in verband met de arbeid. Deze uitspraak lag in lijn met de eerdere uitspraak van de Rechtbank in 2021. De conclusie van deze rechters is als volgt:
Op de verstrekking van gezonde lunchmaaltijden is de gerichte vrijstelling voor Arbovoorzieningen niet van toepassing. De lunchmaaltijden kwalificeren niet als een voorziening die rechtstreeks voortvloeit uit het arbeidsomstandighedenbeleid dat de inhoudingsplichtige voert op grond van de Arbowet. Een verband tussen de veiligheid en de gezondheid van de werknemers enerzijds en de met de arbeid verbonden aspecten anderzijds ontbreekt.
Uitspraak Hoge Raad inzake gezonde lunch
De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag en bepaalt dat de verstrekking van gezonde lunchmaaltijden wel degelijk kan vallen onder de gerichte vrijstelling van artikel 8.4a, lid 1, van de URLB 2011. De Hoge Raad benadrukt dat arbeidsomstandighedenbeleid in de zin van de Arbowet ook beleid ter voorkoming van ziekteverzuim kan omvatten, en dat gezonde maaltijden bijdragen aan het verminderen van ziekten en bevorderen van herstel, en daarom als onderdeel van het arbeidsomstandighedenbeleid kunnen worden gezien. De extra eis van het Gerechtshof “de arbo voorziening moet direct samenhangen met verplichtingen op grond van de Arbowet” gold tot 1 januari 2011, deze eis is niet overgenomen in de daarna toepasselijke wetgeving, aldus de Hoge Raad.
Hou de agenda onze website en nieuwsbrief in de gaten voor meer informatie over deze workshop.